Participatiewet of loondispensatie?
29 maart 2018 Uit Door 100% WerkgeverscoachHoofdlijnen loondispensatie Participatiewet
De hoofdlijnennnotitie loondispensatie Participatiewet is door staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken naar de Tweede Kamer gestuurd.
In het Regeerakkoord zijn maatregelen benoemd om op korte en langere termijn meer mensen met beperkingen effectief aan de slag te helpen. Gekozen is om loonkostensubsidie in de Participatiewet te vervangen door loondispensatie.
Het instrument loondispensatie zorgt ervoor, ook op termijn, dat de werkgever in geval van verminderde loonwaarde (productiviteit) van een werknemer alleen loon hoeft te betalen voor diens daadwerkelijke productiviteit, net zoals werkgevers dat nu gewend zijn voor mensen uit de Wajong. Dit biedt zekerheid aan werkgevers die mensen uit de doelgroep banenafspraak/quotumregeling in dienst willen nemen en houden.
Bij loondispensatie hoort een adequate vorm van inkomensaanvulling voor de werknemer, waarbij werken loont als je vanuit de uitkering gaat werken. De nieuwe systematiek met loondispensatie en een aanvullende uitkering gaat gelden voor nieuwe arbeidsrelaties; voor bestaande arbeidsrelaties blijft de huidige systematiek met loonkostensubsidie gelden.
Het is goed dat het voor werkgevers eenvoudiger wordt om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. Dat zeggen MKB-Nederland en VNO-NCW in reactie op het voorstel van staatssecretaris Tamara van Ark.
Met loondispensatie meer banen en minder bureaucratie
Uitgangspunten
Werken loont, en méér werken loont, ook voor mensen die vanuit de bijstand gaan werken met loondispensatie.
Doorgroei en uitstroom uit de uitkering wordt niet belemmerd.
Loon plus aanvullende uitkering leiden tot een inkomen dat stijgt tot een niveau conform minimumloon als iemand voltijds gaat werken vanuit de bijstand.
Voor werkgevers moet het gemakkelijk zijn om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Ook moeten de benodigde procedures zo eenvoudig mogelijk zijn.
Voor alle betrokken partijen (werkgevers, werknemers en gemeenten) wil ik letten op de uitvoerbaarheid en het zoveel mogelijk beperken van de administratieve lasten.
Wat zijn de financiële en administratieve gevolgen voor betrokkenen?
Gevolgen werknemers
De aanvullende uitkering heeft veelal een positief effect op het inkomen van de werknemer die vanuit de bijstand gaat werken met loondispensatie. Werken gaat lonen vanaf de eerste dag.
Met loondispensatie krijgt een groter deel van de werkende mensen met een arbeidsbeperking te maken met twee inkomstenbronnen: loon van de werkgever, en een aanvullende uitkering van de gemeente.
Het is belangrijk dat de uitvoering oog heeft voor het beperken van de administratieve lasten voor de werknemer, ook voor de werknemers die hier nu al mee te maken hebben.
Gevolgen werkgevers
Werkgevers die iemand met een arbeidsbeperking in dienst nemen, krijgen straks met één systeem te maken – loondispensatie – of diegene nu uit de UWV of de gemeentelijke doelgroep afkomstig is. Zij betalen hun werknemer direct conform diens loonwaarde.
De werkgever krijgt meer zekerheid dat hij betaalt conform de productiviteit van de werknemer, en dat hij slechts financiële verplichtingen aangaat ter hoogte van diens loonwaarde.
Gevolgen gemeenten
Het aantal aanvullende uitkeringen dat gemeenten moeten verstrekken, en waarvoor zij een inkomstenverrekening moeten maken, neemt toe. Daar staat tegenover dat gemeenten geen loonkostensubsidies meer hoeven te verstrekken aan werkgevers.
Aanvullend pensioen
Een aanvullend pensioen is een pensioen dat het basispensioen – de AOW-uitkering – aanvult en wordt opgebouwd over loon.
Pensioenregelingen kennen een drempelbedrag, de AOW-franchise waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt en waarover dus ook geen pensioenpremies voor aanvullend pensioen hoeven te worden afgedragen.
Aanvullend pensioen wordt alleen opgebouwd over het deel van het loon dat boven deze franchise ligt.
Dit betekent dat mensen die met loondispensatie werken meestal weinig of geen aanvullend pensioen opbouwen. Daartegenover staat dat de werkgever en de werknemer ook nauwelijks of geen premies voor aanvullend pensioen hoeven af te dragen.
Werknemersverzekeringen
Ook mensen die met loondispensatie werken, zijn voor het loondeel verzekerd in het kader van de werknemersverzekeringen. Bij werkloosheid is de hoogte van de WW-uitkering ook gerelateerd aan het door de werkgever betaalde loon.
Voor de opbouw van de duur van WW-rechten maakt het niet uit of iemand een beperkte loonwaarde heeft of niet. Bij ziekte heeft de werkgever een loondoorbetalingsverplichting.
Als het dienstverband afloopt, komt een zieke werknemer in aanmerking voor een uitkering op grond van de ZW. Na twee jaar ziekte kan recht ontstaan op een WIA-uitkering. De hoogte van de ZW- en WIA-uitkering is ook afhankelijk van het door de werkgever betaalde loon.
Als de hoogte van een uitkering in het kader van de werknemersverzekeringen lager is dan het voor iemand geldende sociaal minimum kan recht op een toeslag in het kader van de Toeslagenwet en zo nodig op aanvullende bijstand bestaan.
Mensen die met loondispensatie werken of mensen die tegen ten minste het minimumloon werken (maar korter dan twee jaar gewerkt hebben als zij uitvallen) blijven, net als nu, onder de re-integratieverantwoordelijkheid van de gemeente vallen, ook als zij een ZW-, WW- of een WIA-uitkering hebben.
Loonwaardebepaling
Bij loondispensatie betaalt de werkgever alleen het loon ter hoogte van de loonwaarde aan de betrokken werknemer. Het loon wordt vastgesteld aan de hand van een loonwaardebepaling. Het loon is dus rechtstreeks afhankelijk van de loonwaarde. Dit geldt ook voor de aanspraak op werknemersverzekeringen en deels de pensioenopbouw. Het is daarmee des te belangrijker dat er een objectieve vaststelling van de loonwaarde is.
Reactie staatssecretaris Tamara van Ark:
“De nieuwe regeling heeft naast plussen ook minnen. Immers, aanvullend pensioen en WW worden opgebouwd over loon, niet over de uitkering. Doordat de werknemer een lager loon ontvangt, bouwt hij minder aanvullend pensioen en WW op dan bij de regels die nu gelden.
Heb je geen recht op een uitkering, bijvoorbeeld door een werkende partner of eigen vermogen, dan houdt de werknemer minder over dan mensen met een beperking die onder de huidige regels werken, maar meer dan als hij niet zou werken. Doel is om meer mensen kans op werk te geven.
Deze manier van werken kost de overheid minder dan de regeling die er nu is. Het geld dat overblijft, krijgen gemeenten om mensen met een beperking te helpen bij werk of door banen te creëren voor mensen die veel ondersteuning nodig hebben. De ondersteuning die er nu al is om mensen met een arbeidsbeperking aan werk te helpen, zoals een jobcoach, aanpassingen op de werkvloer en het risico dat de overheid op zich neemt als deze mensen ziek worden, blijven bestaan.” Info. Mensen met arbeidsbeperking eenvoudiger aan werk helpen