Kortere looptijd 30%-regeling en overgangsrecht
5 november 2018 Uit Door 100% WerkgeverscoachStaatssecretaris Snel van Financiën beantwoordt Kamervragen over het verkorten van de maximale looptijd van de 30%-regeling en het overgangsrecht.
In het wetsvoorstel Belastingplan 2019 is voorgesteld om de de looptijd van de 30%-regeling per 1 januari 2019 met drie jaar te verkorten van acht naar vijf jaar voor zowel de nieuwe als de bestaande gevallen.
Met de tweede nota van wijziging is in het wetsvoorstel Belastingplan 2019 een specifieke overgangsbepaling opgenomen voor ingekomen werknemers voor wie de looptijd van de 30%-regeling door de voorgestelde verkorting van de looptijd van de regeling zou eindigen in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020. Zij hebben tot uiterlijk 31 december 2020 recht op toepassing van de 30%-regeling.
Brief Belastingdienst
De werkgevers en werknemers die het betreft zijn in juni 2018 per brief geïnformeerd over de voorgenomen verkorting van de looptijd van de 30%-regeling.
De Belastingdienst zal de betrokkenen in een nieuwe brief informeren over het overgangsrecht. Voor de verschillende groepen werknemers geldt het volgende:
- als de huidige einddatum valt in 2019 of 2020: voor deze werknemers zorgt het overgangsrecht ervoor dat zij niet uit de 30%-regeling vallen per 1 januari 2019, maar dat zij die huidige einddatum kunnen aanhouden;
- als de huidige einddatum valt in 2021, 2022 of 2023: voor deze werknemers eindigt de looptijd door het overgangsrecht op 31 december 2020;
- als de huidige einddatum valt in of na 2024: voor deze werknemers wordt de looptijd verkort met drie jaar.
De groepen 1 en 2 kunnen profijt hebben van het overgangsrecht. De gezamenlijke omvang van deze groepen wordt geraamd op 31.000 werknemers. Ongeveer de helft van deze groep zal meteen op 1 januari 2019 van het overgangsrecht gebruik kunnen maken. De andere helft kan daarvoor in de loop van 2019 of 2020 in aanmerking komen.
Werkelijk extraterritoriale kosten
Het overgangsrecht voor de verkorting van de looptijd van de 30%-regeling geldt ook als de werkgever niet het forfait toepast, maar de werkelijke extraterritoriale kosten vergoedt.
Voor het onbelast kunnen vergoeden of verstrekken van de werkelijke extraterritoriale kosten geldt dat de werknemer tijdelijk buiten zijn land van herkomst moet zijn in het kader van de dienstbetrekking. Die tijdelijkheid wordt ingevuld met dezelfde termijn als die geldt voor de 30%-regeling voor ingekomen werknemers.
De Belastingdienst zal bij de uitleg van de vraag of een werknemer tijdelijk in Nederland verblijft in het kader van zijn dienstbetrekking voor de mogelijkheid de werkelijke extraterritoriale kosten onbelast te vergoeden zijn huidige beleid continueren, maar daarbij uitgaan van de nieuwe, kortere maximale looptijd van de 30%-regeling. In dezelfde lijn zal het voorgestelde overgangsrecht bij de verkorting van de looptijd van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers doorwerken naar deze groep, zodat voor deze groep eenzelfde overgangstermijn zal gelden.
Bij een in Nederland gevestigde werkgever die in het buitenland wonende werknemers in dienst heeft die af en toe in Nederland werken, kunnen voor die werknemers ook buiten deze overgangstermijn na vijf jaar sprake zijn van extraterritoriale kosten die onbelast kunnen worden vergoed.
Uit het evaluatierapport van Dialogic blijkt dat er in vergelijking tot de Nederlandse beroepsbevolking relatief veel gebruikers van de 30%-regeling werkzaam zijn in de academische sector en de ICT-sector.
Positief voor vestigingsklimaat
Dat het voordeel van de 30%-regeling in bepaalde gevallen voor een deel bij de werkgever terechtkomt, past bij de doelen van de regeling, met name bij het leveren van een bijdrage aan het aantrekkelijk en competitief houden van het Nederlandse vestigingsklimaat.
Het overgangsrecht zorgt ervoor dat tot 1 januari 2021 niemand wordt geconfronteerd met de verkorting van de looptijd. Het biedt aan bestaande gevallen tot twee jaar extra tijd om te anticiperen op de verkorting van de looptijd. Deze tegemoetkoming geeft werkgevers en werknemers lucht. Dat is positief voor het Nederlandse vestigingsklimaat.
Geen signalen
Het kabinet heeft geen concrete signalen ontvangen dat werkgevers vanwege de verkorting van de looptijd uit Nederland zouden vertrekken. Wel werden signalen ontvangen van werkgevers die aangaven met ingang van 2019 een grotere uitloop van werknemers te verwachten en dat ze weinig tijd hadden om daarop te anticiperen.
Maximeren forfait
Waarom is er niet voor gekozen de 30%-regeling te maximeren?
Voor het vestigingsklimaat lijkt het beter te kiezen voor een optie waarbij de looptijd wordt beperkt dan voor een optie waarbij een maximum met betrekking tot de onbelaste vergoeding per jaar wordt aangebracht. Het invoeren van een plafond voor hogere inkomens kan wringen met de eerste doelstelling van de regeling, namelijk het aantrekken van werknemers met een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is.
Een aanpassing van de regeling door het invoeren van een plafond zou leiden tot complexere en lastiger uitvoerbare regelgeving, hogere administratieve lasten en hogere uitvoeringskosten. Om deze redenen is het kabinet geen voorstander van een maximering van het forfait.
Door de overgangsregeling heeft de verkorting van de looptijd van de 30%-regeling pas effect in 2021.
Recente berichten
- UWV en gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2025 16 juli 2024
- Wet toekomst pensioenen 16 juli 2024
- Vragen en antwoorden expertsessie: Wet toekomst pensioenen 12 juli 2024
- Voor hoeveel auto’s moet u bijtellen? 9 juli 2024
- De beschikkingen Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) 2023 4 juli 2024
- Concernregeling en het 10%-criterium 4 juli 2024
- Kamerstukken die interessant zijn juni 3 juli 2024
- De dienst ‘Voorzieningen’ en het werkgeversportaal 1 juli 2024
- 2025 géén lage-inkomensvoordeel (LIV) 27 juni 2024
- Loon, laadpaal en bijtelling van de zaak 18 juni 2024
Populaire berichten
GRATIS
loonstroken.
En nog meer voordelen.
Neem snel contact op.