Excessieve vertrekvergoeding bij een in het buitenland wonende bestuurder
29 november 2023 Uit Door 100% WerkgeverscoachKG:041:2023:13 Artikel 32bb Wet LB 1964
Standpunt gepubliceerd over artikel 32bb Wet LB 1964, excessieve vertrekvergoeding
bij een in het buitenland wonende bestuurder
De Kennisgroep IBR IB niet winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over artikel 32bb (excessieve vertrekvergoeding) van de Wet op de loonbelasting 1964 bij een niet in Nederland wonende bestuurder van een in Nederland gevestigd lichaam.
U leest het volledige standpunt op de internetsite van de Kennisgroepen in 13 Artikel 32bb Wet LB 1964, excessieve vertrekvergoeding bij een in het buitenland wonende bestuurder.
Publicatiedatum 24-11-2023,
Aanleiding
Een persoon die niet in Nederland woont, verricht werkzaamheden in de functie van bestuurder van een in Nederland gevestigd lichaam. Hij verricht zijn werkzaamheden deels in Nederland en deels in zijn woonland. Hij ontvangt een excessieve vertrekvergoeding in de zin van artikel 32bb van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB 1964).
Vraag
Dient voor de bepaling van het toetsloon in de zin van artikel 32bb Wet LB 1964 te worden uitgegaan van het volledige loon in de zin van artikel 10 Wet LB 1964 of van het deel van dat loon dat op basis van het van toepassing zijnde belastingverdrag aan Nederland is toegewezen?
Antwoord
Voor de bepaling van het toetsloon in de zin van artikel 32bb Wet LB 1964 dient in deze situatie te worden uitgegaan van het volledige loon in de zin van artikel 10 Wet LB 1964.
Beschouwing
De bestuurder in casu is een werknemer in de zin van artikel 2 Wet LB 1964. Ten aanzien van personen die niet in Nederland wonen zijn in artikel 2, derde, vierde en vijfde lid, Wet LB 1964 uitzonderingsbepalingen opgenomen. Deze uitzonderingsbepalingen gelden echter niet ten aanzien van bestuurders van een in Nederland gevestigd lichaam (artikel 2, derde lid, eerste volzin, Wet LB 1964).
Voor de bepaling van het toetsloon moet dan het volledige loon in de zin van artikel 10 Wet LB 1964 in aanmerking worden genomen.
Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat het voorgaande eveneens geldt voor commissarissen van in Nederland gevestigde lichamen, personen in dienstbetrekking bij de Staat der Nederlanden en personen uitgezonden in het kader van een verdrag waarbij de Staat der Nederlanden partij is.
Daarnaast wordt opgemerkt dat vanwege de systematiek van artikel 32bb Wet LB 1964 het voorgaande doorwerkt naar het begrip vergelijkingsloon in dat artikel.
Zie voor de uitwerking van dit vraagstuk bij reguliere werknemers KG:041:2023:15 en voor de toepassing van een belastingverdrag bij bestuurders met een excessieve vertrekvergoeding KG:041:2023:14.
Recente berichten
- UWV en gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2025 16 juli 2024
- Wet toekomst pensioenen 16 juli 2024
- Vragen en antwoorden expertsessie: Wet toekomst pensioenen 12 juli 2024
- Voor hoeveel auto’s moet u bijtellen? 9 juli 2024
- De beschikkingen Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) 2023 4 juli 2024
- Concernregeling en het 10%-criterium 4 juli 2024
- Kamerstukken die interessant zijn juni 3 juli 2024
- De dienst ‘Voorzieningen’ en het werkgeversportaal 1 juli 2024
- 2025 géén lage-inkomensvoordeel (LIV) 27 juni 2024
- Loon, laadpaal en bijtelling van de zaak 18 juni 2024
Populaire berichten
en extra
lage kosten
loonstroken.
En nog meer voordelen.
Neem snel contact op.