Flexwerkers blijven achter in scholing, bedrijven investeren niet
25 juli 2018Bedrijven steken veel minder geld in opleidingen van personeel met een tijdelijk contract, dan in hun vaste mensen. Vooral mensen die geen uitzicht hebben op een vast contract, komen er bekaaid vanaf.
Dat concludeert het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht in een onderzoek naar levenslang leren. Bedrijven kijken duidelijk naar de efficiëntie van het budget dat ze besteden aan scholing: ze investeren minder in oudere werknemers, en steken vooral geld in scholing die nuttig is binnen het bedrijf.
Juist meer gemotiveerd
Het is cru: werknemers die op een tijdelijk contract ergens werken, zijn vaak juist erg gemotiveerd om een cursus te doen, concluderen de onderzoekers. Ze laten zich ook minder snel afschrikken door een eigen bijdrage voor een opleiding.
“We zien dat tijdelijke werknemers die scholing volgen vaker zelf opdraaien voor de kosten van deze scholing en dat ze de scholing vaker in eigen tijd volgen”, zegt Andries de Grip, hoogleraar aan de Universiteit Maastricht en directeur van ROA. “Bovendien blijkt dat ze hiervoor vaker zelf het initiatief nemen dan hun collega’s die in vaste dienst zijn.”
Dubbel nadelig
Het is een dubbel nadelige positie voor flexwerkers, stellen de onderzoekers, omdat zij door minder toegang tot scholing lastiger aan een vaste baan kunnen komen.
“Het gat tussen vaste medewerkers en flexwerkers wordt groter als de ene wel een opleiding geniet en de ander niet”, legt onderzoeker Davey Poulissen uit. “Het gevaar is dat mensen met en flexcontract zo gevangen blijven zitten in tijdelijke functies.” Ze kunnen als het ware die carrièreladder niet opklimmen.