Loonstrook/salaris

Loonstrook/salaris

3 januari 2018 Uit Door 100% Werkgeverscoach

hrm kennisbank, hrm ondersteuning, hrm uitbesteden,

De economische groei zet door. In 2018 stijgt het bbp, net als in het voorgaande jaar, met meer dan 3%. Dergelijke groeipercentages hebben zich sinds 2007 niet meer voorgedaan. Door de aanhoudend hoge groei is volgend jaar sprake van hoogconjunctuur. De economische groei is breed gedragen. Bedrijfsinvesteringen, de consumptie door huishoudens, investeringen in woningen en de uitvoer dragen alle bij aan de groei van het bbp.

staatssecretaris van Financiën, een overzicht van de loonstrookjes en de koopkrachteffecten voor 2018

Naar aanleiding van de evaluatie van de Wet uniformering loonbegrip en de motie Groot, heeft het kabinet in december 2013 aan de Tweede Kamer gerapporteerd over de loonstrookjeseffecten en de relatie met het koopkrachtbeeld 2014. Er is toegezegd de Kamer hierover jaarlijks te informeren. Mede namens de staatssecretaris van Financiën, een overzicht van de loonstrookjes voor 2018 op basis van de Decemberraming van het CPB.

HR kennisbank, voor HR medewerker - leidinggevende hrm ondersteuning,hrm hulp, kennis hrm, vakkennis hrm,

 loonstrookjes

 

 

 

 

De wijzigingen in het belastingplan die in januari op het loonstrookje zichtbaar worden. Wijzigingen die niet te zien zijn op het loonstrookje, zoals wijzigingen in de toeslagen. De veranderingen in de inkomstenbelasting, toeslagen en de zorgpremie, bepalen samen met de ontwikkeling van lonen en prijzen het koopkrachtbeeld van 2018.

De meeste werknemers gaan er dit jaar op vooruit in nettoloon. Vooral werknemers met een hoog loon profiteren, terwijl de minima gemiddeld genomen juist licht inleveren. Het overgrote deel van de werknemers ziet volgend jaar een hoger nettoloon op het loonstrookje. Het loonstrookje van de pensioenfondsen is negatief door een hogere inkomensafhankelijke bijdrage aan de zorgverzekeringswet.

De AOW, die iedere gepensioneerde ontvangt, stijgt mee met de lonen en is daardoor wel positief.
Het koopkrachtbeeld is volgend jaar voor de meeste huishoudens positief. Het pakket aan lastenverlichting dat in het Regeerakkoord is afgesproken is in 2018 nog niet te zien in de koopkracht. Deze lastenverlaging zal zichtbaar zijn vanaf 2019. Komend jaar krijgen ouderen wel al een groter belastingvoordeel.

Daarnaast kunnen mensen met recht op zorgtoeslag en kindgebonden budget een hogere toeslag tegemoet zien. Dit hogere bedrag is al in december 2017 uitbetaald.

Zowel werknemers met een minimumloon (1.578 euro) als een modaal loon (2.849 euro) zien hun salaris maandelijks stijgen met 7 euro. Dit wordt veroorzaakt doordat zij minder belasting betalen. 

Voor hogere inkomens stijgen de lonen nog verder. Werknemers die anderhalf keer modaal verdienen, krijgen maandelijks 8 euro extra aan nettosalaris. Wie tweemaal modaal (5.787 euro) verdient, ziet een nettostijging van 16 euro per maand tegemoet. 

De salarisstijging bij hogere inkomens wordt veroorzaakt door een verlaging van het toptarief. Dit tarief daalt van 52 procent naar 51,95 procent voor werknemers met een salaris van bruto 68.508 euro per jaar. 

Loonstrook 2018

In tabel worden de loonstrookjeseffecten (de verandering in het netto maandloon van december 2017 op januari 2018) voor werknemers,
uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden getoond. Hierin is nog geen loonstijging meegenomen. Werknemers die wel een loonstijging tegemoet zullen zien in januari hebben een positiever loonstrookje dan in tabel. De wettelijke verhoging van de uitkeringen en de AOW zit wel in de berekeningen.

 Werkenden

  • Werkenden zien een hoger nettoloon vanaf januari. Dit komt voornamelijk door de geïndexeerde heffingskortingen. Hierdoor hoeft minder belasting betaald te worden. Ook de lagere pensioenpremie draagt bij aan een hoger nettoloon.
  • Op het maandelijkse loonstrookje is het vakantiegeld niet meegenomen. Hierdoor verzilveren werkenden op € 20.600 (circa WML) niet de volledige arbeidskorting waar ze recht op hebben en zien zij een negatief effect op het loonstrookje van januari. Dit wordt bij de belastingaangifte hersteld, waardoor ook zij er uiteindelijk op vooruit gaan in 2017.

Uitkeringsgerechtigden

  • Bijstandsgerechtigden hebben een hoger netto inkomen in 2018 door de reguliere loonindexatie waaraan de bijstand gekoppeld is.

Gepensioneerden

  • AOW’ers zien in januari een vooruitgang op hun loonstrookje van de SVB door de halfjaarlijkse verhoging van de AOW.
  • Op het loonstrookje van de pensioenfondsen is het nettoloon in veel gevallen lager in januari omdat de pensioenfondsen niet indexeren terwijl de premie van de zorgverzekeringswet voor iedereen stijgt. Werknemers betalen dit uit hun loonruimte, maar zelfstandigen en gepensioneerden betalen de premie uit hun bruto-inkomen.²

Verder zijn er voor midden- en hoge inkomens effecten op het netto-inkomen door een aantal wijzigingen in de belastingen die compenseren voor de afbouw van de hypotheekrenteaftrek (voortkomend uit de Wet woningmarkt 2014).
Binnen de belastingschijven valt het inkomen pas later in het toptarief (de derde schijf wordt verlengd met € 995). Het tarief van de tweede en derde schijf gaat met 0,05%-punt omhoog naar 40,85%. Het tarief van de vierde schijf wordt verlaagd met 0,05%-punt naar 51,95%.

Ook zijn er volgend jaar wijzigingen die niet zichtbaar zijn in tabel, maar wel een effect hebben op het inkomen. Veranderingen in de toeslagen worden verderop in deze brief toegelicht.

  • Voor Wajongers met arbeidsvermogen daalt het bruto-uitkeringsbedrag met 5%-punt. Dit is een uitwerking van het sociaal akkoord uit 2013 en de Participatiewet uit 2015. Bij het sociaal akkoord in 2013 was nog afgesproken met sociale partners dat de Wajongers met arbeidsvermogen over gingen naar de Participatiewet, onder bijstandregime. Dit is later verzacht, waardoor er geen vermogenstoets en partnerinkomenstoets meer op Wajongers met arbeidsvermogen van toepassing was. De netto-achteruitgang ligt tussen de 0 en 5%-punt afhankelijk van de individuele situatie. Dit hangt bijvoorbeeld af van of er een hogere aanvulling vanuit de Toeslagenwet (TW) geldt. Voor
    werkzame Wajongers is het effect van de uitkeringsverlaging afhankelijk van de hoogte van het arbeidsinkomen. Ook daarbij kan de TW op basis van de individuele situatie leiden tot een (gedeeltelijke) reparatie van de uitkeringsverlaging. Voor Wajongers die in de voortgezette werkregeling zitten en meer dan 20% WML verdienen heeft de uitkeringsverlaging geen effect. Wajongers zonder arbeidsvermogen behouden een bruto-uitkering van 75%-minimumloon.
  • Een aantal veranderingen voor gepensioneerden wordt niet direct zichtbaar op het loonstrookje, maar is wel relevant voor hun inkomen in 2018. Zo gaat de ouderenkorting voor ouderen met een individueel inkomen tot € 36.351 omhoog met € 124. De alleenstaandeouderenkorting daalt met € 15. Deze maatregelen hebben per saldo een positief effect op het inkomen van gepensioneerden.
  • De alleenstaandeouderenkorting wordt ook toepasbaar voor ouderen met een Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) en zonder recht op AOW. Hierdoor hoeven alleenstaande ouderen met een volledige AIO-uitkering geen aangifte inkomstenbelasting meer te doen om de alleenstaandeouderenkorting te gelde te maken.
  • Er komt voor AOW-gerechtigden een aftrek in de Wlz/Wmo op het inkomen waarover de inkomensafhankelijke bijdrage wordt bepaald. Hun eigen bijdrage Wlz/Wmo blijft daardoor gelijk. Dit is een compensatie voor de doorwerking van het afschaffen van de ouderentoeslag (extra heffingsvrij vermogen 65-plus in box 3) per 2016. Deze maatregel zou zonder aanvullende maatregelen vanaf 2018 resulteren in hogere eigen bijdragen voor gepensioneerden met vermogen.
  • In 2018 wordt daarnaast de eigen bijdrage in de langdurige zorg verlaagd in situaties waarin de cliënt (of zijn of haar partner) zelf nog woonlasten draagt. Daarvan is sprake als Wlz-zorg wordt afgenomen zonder verblijf in een instelling. Dit zorgt voor een extra koopkrachtplus tot 4% voor deze zorggebruikers, die niet in de reguliere koopkrachtplaatjes zit.

overzicht van de loonstrook, wijzigingen loonstrook, loonstrookjes,salaris uitbetaling 2018,salaris lasten

Parttimers leveren in

Niet iedereen gaat er echter op vooruit. Werknemers die 1.000 tot 1.500 euro bruto per maand verdienen, zien hun nettoloon juist dalen.

Dit zijn bijvoorbeeld parttimers. Wie bijvoorbeeld 1.500 euro bruto verdient, krijgt per maand 4 euro minder op de rekening gestort. 

Bij deze lonen wordt de arbeidskorting echter niet volledig ten gelde gemaakt. Werknemers worden geadviseerd met zo’n salaris om dit verschil via hun aangifte inkomstenbelasting terug te vragen bij de Belastingdienst.

Bouw

Werknemers in de bouw noteren de grootste loonstijging. Vooral minima en werknemers met twee keer modaal gaan er fors op vooruit, met 12 euro extra per maand. Modale salarissen verdienen 8 euro extra per maand.

Ambtenaren gaan er netto op vooruit, maar zien hun loon minder hard stijgen dan in andere sectoren. Een maandelijkse plus is er nog voor werknemers met een minimumloon (6 euro) of modaal salaris (5 euro).

Wie echter twee keer modaal verdient als ambtenaar, krijgt maandelijks een euro minder. Dit wordt veroorzaakt doordat zij meer betalen aan pensioenpremie, die stijgt met een hoger inkomen. 

Metaal en techniek

Ook aanzienlijk is de loonstijging voor dubbel modale inkomens in de metaal- en technieksector, van 11 euro per maand. Werknemers in deze sector hebben te maken met minder pensioenpremie.

De zorgsector ziet een lichte stijging van de nettolonen tegemoet. Wie modaal verdient, krijgt er maandelijks 6 euro per maand bij door een lagere pensioenpremie en een lagere belastingdruk.

Weinig bijzonder

Premier Rutte wilt dat met zijn beleid werk meer gaat lonen. Wel stelt Brand dat er dit jaar op salarisgebied nog weinig te merken zal zijn van het beleid van Rutte III.

Het nieuwe kabinet ging te laat van start om nog van invloed te kunnen zijn op de lonen. Vanwege het continuerende beleid van het demissionair kabinet, zou het volgens de salarisstrookverwerker gaan om “weinig bijzondere ontwikkelingen”.

De belastingtarieven stijgen in de tweede en derde schijf aanzienlijk naar 40,85 procent. Door hogere heffingskortingen en inkomensgrenzen, noteren de meesten toch een bescheiden plus in loon.

Lagere pensioenen

Pensioensgerechtigde Nederlanders gaan er in 2018 op achteruit. Wie een aanvullend pensioen heeft van 500 euro, ontvangt maandelijks 1,25 euro minder. Dit wordt 1,88 euro bij 750 euro en loopt op tot 6,88 euro minder bij een uitkering van 2.750 euro per maand.

Dit verschil wordt veroorzaakt door een verhoging van de bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (ZWV). Dit stijgt van 5,40 procent naar 5,65 procent.

Een uitzondering is er voor mensen met een aanvullend pensioen van 1.700 tot 2.650 euro. Door een verlenging van de eerste belastingschijf betalen zij hooguit enkele “dubbeltjes” minder belasting per maand.

Compensatie

Voor AOW-gerechtigden is er een compensatieregeling. Door een stijging van de belastingkorting van 126 euro, krijgt deze groep een zogeheten ouderenkorting van 1.418 euro per jaar. Dit geldt voor inkomens tot 35.346 euro. Hogere inkomens krijgen een ouderenkorting van 72 euro.

Daarnaast stijgt de AOW-uitkering. Voor gehuwden geldt een brutobedrag van 7,66 euro extra per persoon. Alleenstaanden krijgen er maandelijks 12,47 euro erbij.

Teleurgesteld

De FNV is teleurgesteld over de looncijfers. Arbeidsvoorwaardencoördinator Zakaria Boufangacha vindt het jammer dat de lonen achterblijven bij de economische groei. Ook wijst Boufangacha erop dat met de kabinetsbegroting van 2018 werkenden met een laag inkomen en gepensioneerden er het minst op vooruit gaan of achteruit.

FNV stelt als oplossing voor een verhoging van de AOW, het minimumloon, uitkeringen en hogere lonen voor werkenden. De instantie denkt aan een stijging van 3,5 procent tot 5 procent voor de laagste loonschalen.

Werknemersorganisatie CNV Vakmensen is wel tevreden met de loonstijging. Woordvoerder Wouter de Jong: “Het werd tijd ook. We hebben natuurlijk de crisis achter de kiezen, maar ook toen is geld verdiend door menig ondernemer.”

“Ondernemers wilden kans om vlees op de botten te krijgen”, zegt De Jong. “Wij hebben lang meegeveerd met hen. Nu is het tijd voor werknemers om vlees op de botten te krijgen.”

Krappe arbeidsmarkt

Werkgeversorganisatie VNO-NCW wijst erop dat de lonen in Nederland oplopen door “toegenomen krapte op de arbeidsmarkt”. Woordvoerder Edwin van Scherrenburg verwacht dat deze loonstijging voorlopig zal aanhouden, “maar er zijn grote verschillen per sector en per bedrijf”. Van Scherrenburg benadrukt dat mkb-bedrijven soms nog aan het herstellen zijn van de crisis.

Van Scherrenburg wijst erop dat het CPB rekening houdt met een loonstijging van 2,8 procent in 2018. Het gaat hier om een combinatie van 2,2 procent contractloonstijging en 0,6 procent incidentele loonstijging, zoals bonussen en overgaan op een hogere schaal.

“Helaas merken mensen dat niet altijd direct in de portemonnee, door de hoge lasten op arbeid”, zegt de VNO-VNW-woordvoerder. “Het is dus belangrijk dat we er vaart achter blijven zetten om die verder te verlagen.” Ook CNV Vakmensen geeft aan voor een belastingverlaging op arbeid te zijn.

Werkgeverscoach, Personeelsadministratie, Salarisadministratie, Personeelszaken, HRM, HR ondersteuning, Juridische zaken, Personeelsverzekering, Inkomensverzekeringen, Premies en loonkostensubsidies, Opleiding, Ontwikkeling en coaching, Budgetcoaching, Payrolling , HR Scan, ziektekostenverzekeringen, verzuimpremies, kostenverlaging, verzekeringspremie ondernemers, werkgevers verzekering premies,