Man wordt ziek en tekent beëindigingsovereenkomst

Maar de man stelt nooit getekend te hebben

Een man is nog maar kort in dienst als chauffeur als hij ziek wordt.

Zijn werkgever weigert echter om zijn loon door te betalen. De man rest niets anders dan een kort geding aan te spannen. Tijdens de zitting komt zijn werkgever plotseling met een ondertekende beëindigingsovereenkomst op de proppen, gedateerd binnen een week na zijn ziekmelding.

Een lekker parttime baantje als chauffeur, moet de man gedacht hebben toen hij begin januari in dienst trad voor 15 uur per week. Maar als hij eind februari ziek wordt, is de lol er wel af. In maart krijgt hij zijn loon over februari nog uitgekeerd, maar daarna blijft betaling uit. Ook op sommaties van de man en zijn advocaat wordt niet gereageerd, ook niet als er wordt gedreigd met een kort geding.

De overeenkomst

Pas tijdens de zitting hoort de man waarom hij niet wordt uitbetaald. Hij zou een beëindigingsovereenkomst hebben getekend. Daarin staat dat hij met wederzijds goedvinden per 31 maart uit dienst zal treden. Maar de man zegt dat dat zijn handtekening niet is en dat er sprake is van een vervalsing.

In de rechtszaal laat de rechter al weten dat het overgelegde stuk niet de waarde toekomt die de werkgever eraan gehecht wil zien. Vooral omdat de echtheid van de handtekening onder de beëindigingsovereenkomst door de man wordt betwist. De bewijslast over die echtheid ligt bij de werkgever. Voor een onderzoek naar de echtheid is in kort geding geen plaats. Bovendien, zo stelt de rechter, wijst het feit dat de werkgever pas tijdens de zitting met de vermeende beëindigingsovereenkomst op de proppen komt, bepaald niet in de richting van een authentiek stuk. Ook is het stuk, dat gedateerd is op 28 februari, nog niet eerder gebruikt als reden waarom er geen betaling volgde. Terwijl dat wel logisch zou zijn. Maar zelfs al zou de overeenkomst geldig zijn, dan nog zou een goed werkgever zijn werknemer (en met name een zieke werknemer) behoeden voor het ondertekenen van een dergelijke overeenkomst. De gevolgen van het tekenen zijn immers flink nadelig voor de man.

De rechter denkt dat het aannemelijk is dat in een bodemprocedure de rechtsgeldigheid van die overeenkomst met succes zal worden aangevochten.

Geen beëindiging

Er is dus niet gebleken dat de arbeidsovereenkomst op enige manier is beëindigd. De werkgever is daarom, zoals wettelijk is geregeld, verplicht het loon van de man gedurende 104 weken door te betalen. Ook moet zijn werkgever de rente en de kosten van de procedure dragen.

Let op!

Arbeidsongeschikt na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst

Na ondertekening c.q. het bereiken van instemming over de inhoud van de vaststellingsovereenkomst, gaat er voor zowel de werkgever als werknemer een wettelijke bedenktermijn lopen van 14 dagen. Gedurende deze bedenktermijn, kunt u de vaststellingsovereenkomst om uw moverende redenen ontbinden. Mocht u in genoemde termijn alsnog arbeidsongeschikt raken, dan kunt u de vaststellingsovereenkomst ontbinden middels een schriftelijke verklaring gericht aan uw werkgever.

Wanneer u als werkgever, dan wel als werknemer zich bevindt in een dergelijke situatie, is het van belang dat de risico’s goed in kaart worden gebracht alsmede de juiste stappen worden genomen. Wij staan u graag bij met onze specialisten.

Gerelateerd:

• Ontslag of toch in de wacht voor WAB?
• Werknemer neemt wel/niet ontslag?
• Maak goede afspraken over relatiebeding bij ontslag
• Per brief ontslagen chauffeurs krijgen 70.000 euro