Toch géén arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd!
5 februari 2018Niet-verlengen arbeidsovereenkomst geen discriminatie werkneemster
Een werkneemster krijgt geen vast contract. Volgens de vrouw discrimineert het bedrijf haar. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt dat de werkgever niet discrimineert op grond van geslacht door haar arbeidsovereenkomst niet te verlengen.
Een vrouw werkte als Coating Engineer bij een bedrijf op basis van twee opeenvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Zij zegt dat het bedrijf haar laatste contract niet verlengde vanwege haar moederschap en haar verzoek om in deeltijd (vier in plaats van vijf dagen) te gaan werken. Volgens het bedrijf was het beleid om geen contracten voor onbepaalde tijd aan te gaan. Voor de vrouw werd daarop geen uitzondering gemaakt, omdat zij gemiddeld presteerde.
Volgens de vrouw vroeg het hoofd van de afdeling, toen zij hem vertelde dat zij zwanger was, of zij een groot gezin wilde. In een later gesprek zou hij haar hebben gezegd dat hij haar in het oorspronkelijke plan van de afdeling had opgenomen, maar dat hij van gedachten was veranderd nadat zij had verzocht om in deeltijd te werken. Verder zou haar directe leidinggevende haar hebben gezegd dat zij niet flexibel genoeg was gebleken.
De door de vrouw gestelde uitlatingen zijn door de betrokken personen betwist en kunnen daarom niet als feit worden vastgesteld. Er zijn ook geen andere feiten die kunnen duiden op discriminatie op grond van moederschap.
Beleid: geen vaste arbeidsovereenkomsten aangaan
De werkgever betwist dat zij jegens de werkneemster onderscheid heeft gemaakt op grond van geslacht. Het bedrijf ondervindt al enige jaren de gevolgen van een slechte olie- en pijpleidingenmarkt. Als gevolg daarvan heeft hij sinds september 2015 als beleid om geen vaste arbeidsovereenkomsten aan te gaan. Alleen als sprake is van uitzonderlijk talent kan daarop een uitzondering worden gemaakt. Bij de werkneemster was daarvan geen sprake.
De werkgever heeft jegens de vrouw geen verboden onderscheid op grond van geslacht gemaakt.
Het College oordeelt dat de werkgever jegens een werkneemster geen verboden onderscheid op grond van geslacht heeft gemaakt door geen nieuwe arbeidsovereenkomst met haar aan te gaan.
College voor de Rechten van de Mens, 19 december 2017, oordeel 2017-148