Transitievergoeding pas als de werknemer erom vraagt?
25 november 2019 Uit Door 100% WerkgeverscoachMag een werkgever wachten met betalen van transitievergoeding totdat werknemer erom vraagt?
Een werkgever wacht, volgens beleid, met het betalen van een transitievergoeding tot een werknemer naar de rechter stapt voor uitbetaling. Een werknemer loopt daardoor zijn transitievergoeding mis. Mag dat? Lees het oordeel van het hof.
Wat eraan voorafging
Een werknemer is arbeidsongeschikt en zijn werkgever laat hem weten dat hij na 104 weken arbeidsongeschiktheid een ontslagverzoek bij UWV indient. Na de verkregen toestemming zal het bedrijf de overeenkomst dan met inachtneming van de opzegtermijn beëindigen. Ook maakt het bedrijf dan een eindafrekening van openstaande verlofuren, vakantiegeld en de transitievergoeding.
Als de toestemming van UWV binnen is, krijgt de werknemer een ontslagbrief met allerlei details over de beëindiging. Maar er wordt niets vermeld over de transitievergoeding. En die komt ook niet voor op de eindafrekening die de werknemer in juni ontvangt. Het contract eindigt per 1 juli 2016.
Op 26 augustus belt de advocaat van de werknemer naar de werkgever, maar die belt niet terug. De werknemer schrijft op 27 september nog een brief waarin hij vraagt waarom de transitievergoeding nog niet is uitbetaald. De werkgever antwoordt pas op 11 oktober. De wettelijke vervaltermijn voor het opeisen van de transitievergoeding is dan inmiddels verstreken. De werkgever geeft aan de transitievergoeding om die reden niet uit te betalen.
De werknemer stapt naar de kantonrechter. ‘Als de werkgever in een brief toezegt dat er aan het einde van het dienstverband een transitievergoeding wordt uitbetaald, dan mag de werknemer erop rekenen,’ oordeelt de rechter. Omdat de werkgever dat heeft nagelaten, veroordeelt de kantonrechter de werkgever om dit alsnog te doen. De werkgever gaat in hoger beroep.
Bij het hof
De werkgever voert aan dat de werknemer genoeg tijd heeft gehad om bij de rechter aanspraak te maken op de transitievergoeding. Hij kreeg de opzeggingsbrief op 15 december 2015 en de vervaltermijn eindigde op 1 oktober 2016. Maar het hof oordeelt anders. Er was geen verschil van mening over het recht op de vergoeding en ook niet over de hoogte ervan. In de brief van oktober 2015 heeft de werkgever het uitbetalen van de vergoeding in het vooruitzicht gesteld. De werknemer heeft later nog om opheldering gevraagd waarom de betaling uitbleef.
De werknemer hoefde er geen rekening mee te houden dat de werkgever de toegezegde vergoeding niet zou uitbetalen, en dat hij de vergoeding bij de rechter zou moeten claimen. De werkgever heeft gewacht met reageren op het telefoontje en de brief van de werknemer tot de vervaltermijn was verstreken. Dat is de werkgever aan te rekenen, aldus het hof. Het hof oordeelt dan ook dat kijkend naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is naar een verstreken vervaltermijn te kijken, en te denken de werknemer niet meer om de betaling van de transitievergoeding van 17.940 euro zou kunnen verzoeken.
Bedrijfsbeleid om te wachten met uitbetalen transitievergoeding
Tijdens de rechtszaak bleek dat het bedrijfsbeleid is om bij het einde van een dienstverband de transitievergoeding niet op eigen initiatief uit te betalen. De werkgever kan hierdoor afwachten of de ex-werknemer naar de rechter stapt om er aanspraak op te maken. Maar het hof vindt dat in strijd met goed werkgeverschap. Het verschuldigd zijn van een transitievergoeding is een invulling van de zorgplicht van de werkgever naar een werknemer die is ontslagen. De termijn is niet bedoeld om te speculeren op het laten verstrijken van een termijn, zodat een bedrijf geen transitievergoeding hoeft te betalen. Het is bedoeld om onenigheid over de transitievergoeding snel op te lossen.
In de praktijk
Ook deze uitspraak bevestigt dat het recht op een transitievergoeding stevig staat. Net als uiteindelijk bij de slapende dienstverbanden, wordt gegoochel niet geaccepteerd. Het hof is in deze rechtszaak er ook heel duidelijk over: dit soort misbruik van de vervaltermijn wordt niet gehonoreerd. Een toegezegde transitievergoeding moet simpelweg worden uitbetaald.
Uitspraak: ECLI:NL:GHDHA:2019:2618, 8 oktober 2019.
Recente berichten
- UWV en gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2025 16 juli 2024
- Wet toekomst pensioenen 16 juli 2024
- Vragen en antwoorden expertsessie: Wet toekomst pensioenen 12 juli 2024
- Voor hoeveel auto’s moet u bijtellen? 9 juli 2024
- De beschikkingen Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) 2023 4 juli 2024
- Concernregeling en het 10%-criterium 4 juli 2024
- Kamerstukken die interessant zijn juni 3 juli 2024
- De dienst ‘Voorzieningen’ en het werkgeversportaal 1 juli 2024
- 2025 géén lage-inkomensvoordeel (LIV) 27 juni 2024
- Loon, laadpaal en bijtelling van de zaak 18 juni 2024
Populaire berichten
en extra
lage kosten
loonstroken.
En nog meer voordelen.
Neem snel contact op.