‘vast contract’  en de lage WW-premie

‘vast contract’ en de lage WW-premie

10 oktober 2022 Uit Door 100% Werkgeverscoach

Herzien WW-premie als dienstbetrekking uiterlijk 2 maanden na aanvang eindigt

Handreiking. Update 10 oktober 2022

Gaat een werknemer voor wie u de lage WW-premie hebt toegepast uiterlijk 2 maanden na aanvang van de dienstbetrekking uit dienst? Dan moet u de lage premie herzien.

De werkgever is dan met terugwerkende kracht de hoge WW-premie verschuldigd.

In deze handreiking staat ‘vast contract’ als het gaat om een arbeidsovereenkomst, die op grond van de hoofdregel voldoet aan de voorwaarden voor de lage WW-premie.

U moet de WW-premie herzien in elke situatie waarin de dienstbetrekking uiterlijk 2 maanden na aanvang eindigt. Dit geldt ook als dat niet binnen de proeftijd gebeurt.

Het is niet van belang of u de arbeidsovereenkomst beëindigt of dat de werknemer dat doet. Herzien van de WW-premie is ook van toepassing als de werknemer binnen 2 maanden na aanvang van de dienstbetrekking overlijdt.

Wisseling van werkgever binnen concern

Het kan zijn dat een werknemer een arbeidsovereenkomst heeft met een werkgever binnen een concern en vervolgens bij een andere werkgever van dat concern in dienst komt. Dan bepaalt u de termijn van 2 maanden per werkgever en niet op concernniveau.

Uitzondering aanvangsdatum tweemaandstermijn

In 2 situaties houdt u voor de tweemaandstermijn rekening met de aanvangsdatum van de arbeidsovereenkomst bij de vorige werkgever:

  • bij een overgang van onderneming volgens artikel 7:662 BW De dienstbetrekking eindigt dan niet, maar wordt voortgezet bij de overnemende nieuwe werkgever.
  • bij een contractovername volgens artikel 6:159 BW De nieuwe werkgever neemt dan de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en de oude werkgever, ongewijzigd over. In deze situatie moet de overname zijn vastgelegd in een akte tussen de oude en de nieuwe werkgever. Daarnaast moet de werknemer hiermee instemmen. Wijzigt de arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld omdat de functie van de werknemer wijzigt, dan is dit geen contractovername volgens artikel 6:159 BW.

Let op

In deze situaties is de begindatum voor de tweemaandentermijn voor de nieuwe werkgever de datum van de aanvang van de dienstbetrekking bij de oude werkgever. Beëindigt de nieuwe werkgever de dienstbetrekking met de werknemer uiterlijk 2 maanden na aanvang van de dienstbetrekking bij de oude werkgever, dan moeten beide werkgevers de lage WW-premie herzien.

Verlaging van contracturen

De dienstbetrekking eindigt gedeeltelijk bij een verlaging van de contracturen uiterlijk 2 maanden na aanvang van de dienstbetrekking. Dan hoeft u de lage premie niet te herzien.

Uitzonderingen

Als u de lage WW-premie toepast, hoeft u deze niet te herzien bij de volgende werknemers:

  • een BBL-leerling met zowel een praktijkovereenkomst als een arbeidsovereenkomst
  • een werknemer jonger dan 21 jaar, voor wie maximaal 48 uren zijn verloond per vierwekenaangifte of maximaal 52 uren per maandaangifte

Als deze werknemers uiterlijk 2 maanden na aanvang van de dienstbetrekking uit dienst gaan, blijft de lage WW-premie gelden.

Aaneengesloten arbeidsovereenkomsten

Arbeidsovereenkomsten die elkaar zonder onderbreking opvolgen, worden voor de beoordeling van de 2-maandsperiode als één dienstbetrekking gezien. Dit geldt ook als niet alle arbeidsovereenkomsten voldoen aan de voorwaarden voor de lage premie.

Herzien

Hieronder vindt u 4 situaties waarin u de lage WW-premie moet herzien. Situatie 1 Een werknemer heeft vanaf 15 februari 2020 een vast contract. U past de lage WW-premie toe. De werknemer neemt op 15 april 2020 ontslag. Dit is in de periode van 2 maanden. U moet de lage premie herzien vanaf 15 februari. Situatie 2 Een werknemer heeft een tijdelijk contract vanaf 1 januari tot en met 31 januari 2020. U gebruikt de hoge WW-premie. In februari en maart is er geen contract. Vanaf 1 april 2020 krijgt de werknemer een vast contract. Dit contract wordt op 31 mei 2020 met wederzijds goedvinden beëindigd. U moet de lage WW-premie herzien over de maanden april en mei. Het contract in januari telt niet mee bij de bepaling van de 2 maanden omdat de contracten elkaar niet zonder onderbreking hebben opgevolgd. Situatie 3 Werknemer heeft een tijdelijk contract vanaf 1 januari tot en met 31 januari 2020. U gebruikt de hoge WW-premie. Vanaf 4 februari krijgt hij een vast contract. Dit contract wordt op 31 maart 2020 beëindigd. U moet de lage WW-premie herzien over de maanden februari en maart. Het contract in januari telt niet mee bij de bepaling van de 2 maanden omdat de contracten elkaar niet zonder onderbreking hebben opgevolgd. Situatie 4 Een werknemer heeft van 1 januari tot en met 31 januari 2020 een tijdelijk contract. U gebruikt de hoge WW-premie. Vanaf 1 februari krijgt hij een vast contract. U past vanaf deze datum de lage WW-premie toe. De werknemer neemt ontslag op 28 februari 2020. U moet de lage premie herzien over de maand februari, omdat het contract binnen 2 maanden na aanvang van het 1e contract eindigt.

Geen herziening

In de volgende situaties hoeft u de lage premie niet te herzien: Situatie 1 Een werknemer heeft van 1 januari 2020 tot en met 31 januari 2020 een tijdelijk contract. Hiervoor geldt de hoge WW-premie. Vanaf 1 februari krijgt de werknemer een vast contract. U past vanaf deze datum de lage WW-premie toe. De werknemer wordt op 15 maart 2020 ontslagen. U hoeft de lage premie niet te herzien, omdat de arbeidsovereenkomsten elkaar zonder onderbreking opvolgen en gezamenlijk langer dan 2 maanden hebben geduurd. Situatie 2 Een werknemer krijgt op 1 januari 2020 een vast contract voor 36 uur per week. Hiervoor geldt de lage WW-premie. Vanaf 1 februari worden de contracturen verlaagd naar 24 uur per week. Er is sprake van een gedeeltelijke beëindiging van de dienstbetrekking. U hoeft de lage premie niet te herzien. Situatie 3 Een werknemer start op 27 oktober 2020 bij werkgever X. Op 15 november wordt de onderneming overgenomen door werkgever Y. De dienstbetrekking met de werknemer loopt door bij werkgever Y. De werknemer neemt ontslag op 31 december 2020. De dienstbetrekking eindigt na de periode van 2 maanden, dus u hoeft de lage WW-premie niet te herzien. Situatie 4 Een werknemer heeft een tijdelijk contract van 1 december 2020 tot en met 31 december 2020. Hij krijgt een vast contract vanaf 1 januari 2021. De werknemer neemt ontslag op 4 februari 2021. Dit is na de periode van 2 maanden. U hoeft de lage WW-premie niet te herzien.

Verwerken in de aangifte loonheffingen

Hoe u de herziening in de aangifte loonheffingen verwerkt, leest u in onderstaand voorbeeld. Een werknemer komt per 1 maart 2020 in dienst. Hij heeft een vast contract. Het maandloon is € 1.000. De lage WW-premie is van toepassing. De werknemer gaat op 15 april 2020 uit dienst. Dit is in de periode van 2 maanden na aanvang van de dienstbetrekking. Het loon over april is € 500. Hier is sprake van een herzieningssituatie, waardoor u met terugwerkende kracht de hoge WW-premie moet toepassen. De contractindicaties past u niet aan. Stel de lage premie is 3% en de hoge premie is 8% (fictieve percentages). In de aangifte loonheffingen verwerkt u de lage premie als volgt:

Aangiftetijdvak Maart 2020 April 2020
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd J J
Schriftelijke arbeidsovereenkomst J J
Oproepovereenkomst N N
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf laag € 1.000,00 € 500,00
Premie AWf laag € 30,00 € 15,00
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog € 0,00 € 0,00
Premie AWf hoog € 0,00 € 0,00
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf herzien € 0,00 € 0,00
Premie AWf herzien € 0,00 € 0,00

In een correctiebericht verwerkt u de herziening als volgt:

Correctie (bij mei of juni) over Maart 2020 April 2020
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd J J
Schriftelijke arbeidsovereenkomst J J
Oproepovereenkomst N N
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf laag € 0,00 € 0,00
Premie AWf laag € 0,00 € 0,00
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog € 0,00 € 0,00
Premie AWf hoog € 0,00 € 0,00
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf herzien € 1.000,00 € 500,00
Premie AWf herzien € 80,00 € 40,00

Correctie met terugwerkende kracht tot en met 1 maart

Door een cao-wijziging heeft de werknemer nog met terugwerkende kracht recht op een salarisverhoging van € 100 per maand. Omdat de lage premie over maart en april herzien is, moet u de hoge WW-premie ook toepassen over de salarisverhoging. Dit moet u opgeven in de rubrieken ‘Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf herzien’ en ‘Premie AWf herzien’. U verzendt correctieberichten over de aangiften van maart en april. In die correctieberichten vult u de rubrieken als volgt in:

Correctie Maart 2020 April 2020
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd J J
Schriftelijke arbeidsovereenkomst J J
Oproepovereenkomst N N
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf laag € 0,00 € 0,00
Premie AWf laag € 0,00 € 0,00
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog € 0,00  
Premie AWf hoog € 0,00 € 0,00
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf herzien € 1.100,00 € 550,00
Premie AWf herzien € 88,00 € 44,00

Einde contract in volgend kalenderjaar

Als de dienstbetrekking aan het einde van het ene kalenderjaar begint en eindigt in het volgende kalenderjaar, dan rekent u met de premies die in elk kalenderjaar van toepassing zijn.

Wetsartikelen

Artikel 27 Wet financiering sociale verzekeringen

Artikel 2.3, lid 2 Besluit Wet financiering sociale verzekeringen

Meer informatie

Kennisdocument Premiedifferentiatie WW

Nieuwsbrief Loonheffingen 2020

Gerelateerde artikelen

Kennisdocument WAB

Handreiking voorwaarden lage WW-premie

Handreiking ‘Herzien lage WW-premie in de loonaangifte’

Overheid, RVO, Kabinet, Belastingen, wet en regelgeving NL