Wettelijk minimumloon en minimumvakantiebijslag per 1 juli 2019
26 april 2019 Uit Door 100% WerkgeverscoachDe brutobedragen van het wettelijk minimumloon en minimumvakantiebijslag per 1 juli 2019. De minister van SZW stelt de hoogte van het wettelijk minimumloon elk jaar per 1 januari en 1 juli opnieuw vast.
Het wettelijk bruto minimumloon (WML) voor werknemers van 21 jaar en ouder bij een volledig dienstverband is per 1 juli 2019:
- € 1.635,60 bruto per maand (nu € 1.595,20)
- € 377,45 bruto per week (nu € 367,90)
- € 75,49 bruto per dag (nu € 73,58)
Minimumjeugdloon per 1 juli 2019:
Leeftijd | Staffeling | Per maand | Per week | Per dag |
---|---|---|---|---|
21 jaar en ouder | 100% | 1635,60 | 377,45 | 75,49 |
20 jaar | 80% | 1308,50 | 301,95 | 60,39 |
19 jaar | 60% | 981,35 | 226,45 | 45,29 |
18 jaar | 50% | 817,80 | 188,75 | 37,75 |
17 jaar | 39,5% | 646,05 | 149,10 | 29,82 |
16 jaar | 34,5% | 564,30 | 130,20 | 26,04 |
15 jaar | 30% | 490,70 | 113,25 | 22,65 |
TOELICHTING
Uitgangspunt van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) is dat de algemene welvaartsontwikkeling zo mogelijk ook tot uitdrukking moet komen in de inkomens van werknemers met een minimumloon en uitkeringsgerechtigden. Dit uitgangspunt is vervat in de hoofdregel van artikel 14 van de WML, dat uitgaat van een koppeling van het minimumloon en de sociale uitkeringen aan de gemiddelde contractloonontwikkeling.
Afwijking van de hoofdregel is mogelijk indien sprake is van een bovenmatige loonontwikkeling, dan wel volumeontwikkeling in de sociale zekerheidsregelingen (artikel 14, vijfde lid, WML). De toelichting bij dit artikellid geeft aan dat de afwijkingsgronden actueel zijn indien de verhouding tussen inactieven en actieven, de zogenaamde i/a-ratio, de daarvoor geldende norm overschrijdt. Op grond van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) lijkt dit voor 2019 niet het geval.
In artikel 14, eerste tot en met derde lid, van de WML, wordt de aanpassing van het minimumloon geregeld. Hierbij wordt uitgegaan van het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen in de marktsector, de gepremieerde en gesubsidieerde sector en bij de overheid, zoals dat door het CPB wordt berekend.
Het aanpassingspercentage is, conform hetgeen wettelijk is geregeld, als volgt vastgesteld. Uitgangspunt is de helft van de CPB-raming voor de contractloonstijging in 2019 zoals deze is gepubliceerd in de Macro-Economische Verkenning uit 2018. Dit is 0,5 x 2,8 = 1,40. Deze wordt afgetrokken van de raming voor de contractloonontwikkeling in 2019 zoals gepubliceerd in het CEP 2019 zijnde 2,61. Dit verschil bedraagt 1,22 en vormt het onafgeronde aanpassingspercentage. Dit wordt vermenigvuldigd met het (onafgeronde) wettelijk minimumloon zoals berekend voor de aanpassing per 1 januari 2019.
Na de (wettelijke) afronding bedraagt het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2019 € 1.635,60 per maand, € 377,45 per week en € 75,49 per dag. Het aanpassingspercentage na afronding is 1,23. De hiermee corresponderende wettelijke minimumjeugdlonen zijn geregeld in het Besluit minimumjeugdloon.
Minimumjeugdloon met bbl
Voor werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst die is aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) gelden alternatieve staffels, die zijn vastgesteld in het Besluit minimumjeugdloon. Voor leerlingen in de bbl in de leeftijd van 15 tot en met 17 jaar en 21 jaar gelden bovenstaande bedragen. In afwijking van bovenstaande gelden voor leerlingen in de bbl in de leeftijd van 18 tot en met 20 jaar de hiermee corresponderende wettelijke minimumjeugdlonen:
Leeftijd | Staffeling BBL | Per maand | Per week | Per dag |
---|---|---|---|---|
20 jaar | 61,50% | 1005,90 | 232,15 | 46,43 |
19 jaar | 52,50% | 858,70 | 198,15 | 39,63 |
18 jaar | 45,50% | 744,20 | 171,75 | 34,35 |
Volgens artikel 12 van de WML is het minimum(jeugd)loon naar evenredigheid lager indien de werknemer een kortere arbeidstijd is overeengekomen dan de normale arbeidsduur. Dit is bijvoorbeeld het geval bij deeltijdarbeid.
De minimumloonbedragen worden uitgedrukt in bedragen per maand, per week en per (werk)dag. Een uniform wettelijk minimumuurloon kent de wet niet. Het uurloon kan per sector verschillen, afhankelijk van het aantal uren dat als normale arbeidsduur geldt. Onder normale arbeidsduur wordt verstaan de arbeidsduur die in de desbetreffende sector gebruikelijk is voor een volledige dienstbetrekking. In de meeste cao’s is deze arbeidsduur voor een fulltime dienstverband gesteld op 36, 38 dan wel 40 uur per week.
Naar aanleiding van een toezegging aan de Tweede Kamer worden de afgeleide minimumuurlonen bij deze normale arbeidsduren in de toelichting gepubliceerd.2 Onderstaand schema geeft de afgeronde brutobedragen per uur aan, berekend op basis van het wettelijk minimumweekloon bij een arbeidsduur van respectievelijk 36, 38 en 40 uur per week.
Afgeleid bruto minimumloon per uur na afronding (naar boven) per 1 juli 2019 bij een gebruikelijke arbeidsduur van 36, 38 en 40 uur is gepubliceerd in de volgende tabel. Hierbij wordt bij de afronding gebruik gemaakt van een afronding naar boven, om te voorkomen dat er onbedoeld een betaling ontstaat die lager is dan het wettelijk minimumloon zoals vastgesteld in artikel 1 van deze regeling. Hierbij dient te worden vermeld dat alleen de vastgestelde bedragen in artikel 1 van deze regeling het wettelijk minimumloon betreffen en rechtens geldig zijn.
Bruto minimumloon per uur per 1 juli 2019 bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband van:
Bruto minimumloon per uur per 1 juli 2019
Leeftijd | 36 uur per week | 38 uur per week | 40 uur per week |
---|---|---|---|
21 jaar en ouder | 10,49 | 9,94 | 9,44 |
20 jaar | 8,39 | 7,95 | 7,55 |
19 jaar | 6,30 | 5,96 | 5,67 |
18 jaar | 5,25 | 4,97 | 4,72 |
17 jaar | 4,15 | 3,93 | 3,73 |
16 jaar | 3,62 | 3,43 | 3,26 |
15 jaar | 3,15 | 2,99 | 2,84 |
Bruto minimumloon per uur voor werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst die is aangegaan in verband met een bbl per 1 juli 2019 bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband van:
Bruto minimumloon per uur met bbl
Leeftijd | 36 uur per week | 38 uur per week | 40 uur per week |
---|---|---|---|
20 jaar | 6,45 | 6,11 | 5,81 |
19 jaar | 5,51 | 5,22 | 4,96 |
18 jaar | 4,78 | 4,52 | 4,30 |
Meer informatie
De publicatie met alle bedragen en een toelichting vindt u in de Staatscourant van 16 april 2019.
Op rijksoverheid.nl vindt u een rekenhulp om het juiste minimumloon te berekenen.
Recente berichten
- UWV en gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2025 16 juli 2024
- Wet toekomst pensioenen 16 juli 2024
- Vragen en antwoorden expertsessie: Wet toekomst pensioenen 12 juli 2024
- Voor hoeveel auto’s moet u bijtellen? 9 juli 2024
- De beschikkingen Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) 2023 4 juli 2024
- Concernregeling en het 10%-criterium 4 juli 2024
- Kamerstukken die interessant zijn juni 3 juli 2024
- De dienst ‘Voorzieningen’ en het werkgeversportaal 1 juli 2024
- 2025 géén lage-inkomensvoordeel (LIV) 27 juni 2024
- Loon, laadpaal en bijtelling van de zaak 18 juni 2024
Populaire berichten
en extra
lage kosten
loonstroken.
En nog meer voordelen.
Neem snel contact op.